“Hallo, met Liam Neeson”. Wie geen genoeg kan krijgen van de nu al legendarische scène uit Taken (2009), waarin Neeson ijzig kalm de kidnappers van zijn dochter vertelt hen te zullen opsporen en doden, kan zijn hart ophalen: in A Walk among the Tombstones hangt hij geruime tijd aan de telefoon. De gesprekken zijn bij lange na niet zo cool als voornoemde monoloog, noch komt de film zelf in de buurt van Taken, maar de kwaliteiten van de nieuwste Neeson-film liggen misschien op een ander vlak.
We maken kennis met Matt Scudder, een uitgebluste voormalige politieman die zijn best doet van de alcohol af te blijven. Via een kennis van de AA-club wordt hij gevraagd iemand te helpen wiens vrouw ontvoerd is, maar die vanwege zijn “beroep” niet naar de politie kan stappen. De kidnappers blijken juist om die reden hun slachtoffers uit te kiezen.
Het begin van de film laat zien waarom Scudder is gestopt als politieman. In een openingsscène die doet denken aan de eerste minuten van Dirty Harry gaat, in tegenstelling tot de beroemde “do you feel lucky” scène, het nodige mis. Zoals het een antiheld betaamt is er drank in het spel, is hij single en eigenlijk best een zielig hoopje ellende. Even lijken we hier het platgetreden clichépad van “de agent in ongenade” te gaan bewandelen, maar gelukkig wordt de film gered door een sfeervolle, grauwe cinematografie, een aangenaam troosteloos sfeerbeeld van de late jaren ’90 met de “Y2K” manie van destijds en een oude brompot die niet langer kan ontkomen aan moderne snufjes als internet en mobiele telefoons als hij deze zaak wil oplossen.
De mooi neergezette mistroostige sfeer en de goede bedoelingen van Liam Neeson ten spijt, wordt de show echter volledig gestolen door de psychopathische slechteriken die tegen mijn verwachting in toch nog voor echte spanning zorgden in een film die qua verhaal verder geen onverwachte konijnen uit de hoed tovert.
3,5 sterren
0 reacties