Het regiedebuut van Keanu Reeves is een martial arts film met enkele goede keuzes maar ook heel veel zwakke kanten. We ontmoeten Tiger Chen, een verlegen jongeman die erg goed is in Tai Chi en tegen de zin van zijn leermeester deelneemt aan ondergrondse gevechten om met het verdiende geld de tempel te redden, die ten prooi dreigt te vallen aan projectontwikkelaars.
De Chinezen in de film praten grotendeels Chinees, wat de authenticiteit zeker ten goede komt. Ook doet hoofdrolspeler Tiger Hu Chen het zeer verdienstelijk. Hij kende Reeves waarschijnlijk van enkele Matrix-films waarin hij als stuntman actief was. Zijn carrière stelt niet zoveel voor, dus best sympathiek van Reeves om hem de hoofdrol in zijn film te gunnen. Tiger hoeft niet echt zijn best te doen om een “lieve help, wat overkomt mij” blik te acteren, want voor zowel de acteur als het personage dat hij speelt is het duidelijk een overweldigende ervaring.
De gevechten zijn natuurlijk goed. Niet briljant zoals in bijvoorbeeld The Raid (en met name het vervolg The Raid 2), maar door die films ben je al gauw verwend dus zal ik ze niet als maatstaf gebruiken. Ironisch genoeg komt op het laatst de hoofdrolspeler uit The Raid (Iko Uwais) nog opdraven, maar meer dan een cameo wordt het helaas niet. De gevechten zijn goed gefilmd, prima te volgen en niet overdreven artsy. Wel jammer dat je zo nu en dan duidelijk het gebruik van draadjes kunt zien, maar dat valt te vergeven.
Dit in tegenstelling tot de acteerprestatie van Keanu Reeves die hier de aller-, allerslechtste rol van zijn carrière speelt. Hij stond al nooit te boek als Oscarkandidaat maar de houten klaas die hij hier neerzet kent werkelijk geen gelijke. Drink niet teveel bier tijdens Man of Tai Chi, want bij de scène waarin hij gemeen en maniakaal probeert te lachen, zul je het rechtstreeks in je pantalon pissen. Tot overmaat van ramp steekt de boomlange, trage Reeves op het laatst ook nog de handen uit de mouwen in een gevecht dat er lulliger uit ziet dan het lulligste gevecht uit The A-Team. Reeves doet zijn trucje uit The Matrix nog eens over en de wire-fu wordt wel erg doorzichtig. Hier vliegt de film met alle geloofwaardigheid (if any) compleet uit de bocht en wordt het een regelrechte komedie. Het filmcliché waarbij een afgetrainde held anderhalf uur lang hordes afgetrainde boeven koud maakt, maar dan ineens de grootste moeite heeft met de eindbaas die twee keer zo oud en drie keer zo dik is, wordt hier naar een compleet nieuwe dimensie getild. Een tekenkrommende aanfluiting.
De film als geheel is best redelijk en weet ondanks het lage budget en de kleine, goedkope sets best te vermaken zonder (te) repetitief te worden. Het onbedoeld hilarische eindgevecht kan je zowel belonen met een hogere waardering als bestraffen met een lagere. Ik kies toch maar voor het laatste.
2 sterren
0 reacties