Dag lieve Lee Towers
Lieve Lee Towers,
Vanochtend hebben we afscheid van je moeten nemen. Je mocht helaas maar negen jaar worden, waarvan je zeven bij ons hebt gewoond. Gelukkig laat je herinneringen achter die zeker honderd jaar mee kunnen.
Lieve Lee Towers,
Vanochtend hebben we afscheid van je moeten nemen. Je mocht helaas maar negen jaar worden, waarvan je zeven bij ons hebt gewoond. Gelukkig laat je herinneringen achter die zeker honderd jaar mee kunnen.
Ik ben gek op oude helden die terugkeren. Zoals Arnold Schwarzenegger die nu voor de tweede keer vriend en vijand verbaast door nóg een keer terug te keren als de Terminator. Van een hele ander kaliber is de boef Gordon Gekko, die vanwege zijn witteboorden-criminaliteit en flamboyante persoonlijkheid toch vooral een leuke boef was.
Je moet er wel even voor in de stemming zijn, de films van Alejandro González Iñárritu. Want veel droeviger en zwaarmoediger worden ze niet. Geheel ongemerkt heb ik in de loop der jaren al zijn films gezien en ik kan ze me, in tegenstelling tot veel films, allemaal nog vrij goed voor de geest halen. Dat zegt wel iets. Ik was dan ook razend benieuwd naar Birdman, zeker nadat hij werd overladen met Oscarnominaties. Over twee weken zullen we zien hoeveel de film gaat verzilveren.
Hier kom ik aan met de deur in huis: ik heb er volop van genoten. Van ieder klein detail, zowel de subtiele grappen, als de pipi kaka humor, de wilde party-montages, als de absurde dialogen. The Interview kon na alle ophef eigenlijk alleen nog maar tegenvallen, maar hij viel me enorm mee. Ik weet met Rogen een beetje uit welke hoek de humor komt en dat ligt mij dus wel.
Neem twee oninteressante, onsympathieke personages en geef ze een vervelende achtergrond. De ene worstelend met de zelfmoord van zijn moeder, de ander met een drankprobleem. Pleur ze samen in een film en kijk wat er gebeurt. Dat moet de gedachte geweest zijn achter Being Flynn. Zo lijkt het althans, als je niet beter weet, want het verhaal is godbetert gebaseerd op een (deels waargebeurd) boek.
Jean Claude van Damme behoort tot een generatie uitgerangeerde actiefilm-acteurs, maar in tegenstelling tot een Seagal of een Lambert heeft onze gespierde zuiderbuur de ballen om zichzelf af en toe opnieuw uit te vinden. In het aardige “Wake of Death” (2004) zagen we hem als kwetsbare, rouwende (en huilende!) held. In JCVD (2008), een maffe tragikomedie, neemt hij zichzelf prachtig op de hak. Maar zijn finest moment was ongetwijfeld als slechterik in The Expendables 2 (2012). Dat laatste smaakte naar meer, en gelukkig dacht Van Damme er ook zo over. Want hij zet wederom een boef van formaat neer. Met zijn doorleefde drugskop is hij perfect als slechterik en hij mag dit wat mij betreft nog vele malen overdoen.
Het regiedebuut van Keanu Reeves is een martial arts film met enkele goede keuzes maar ook heel veel zwakke kanten. We ontmoeten Tiger Chen, een verlegen jongeman die erg goed is in Tai Chi en tegen de zin van zijn leermeester deelneemt aan ondergrondse gevechten om met het verdiende geld de tempel te redden, die ten prooi dreigt te vallen aan projectontwikkelaars.
Luc Besson’s boobytrap. Want wat vermomd is als een 13-in-een-dozijn actiefilm, blijkt een tamelijk pretentieus vehikel waarbij actie naar de achtergrond verdwijnt en existentiële vraagstukken naar voren geschoven worden. Je verwacht een soort Limitless (2011) maar krijgt een Lawnmower Man (1992).
“Hallo, met Liam Neeson”. Wie geen genoeg kan krijgen van de nu al legendarische scène uit Taken (2009), waarin Neeson ijzig kalm de kidnappers van zijn dochter vertelt hen te zullen opsporen en doden, kan zijn hart ophalen: in A Walk among the Tombstones hangt hij geruime tijd aan de telefoon. De gesprekken zijn bij lange na niet zo cool als voornoemde monoloog, noch komt de film zelf in de buurt van Taken, maar de kwaliteiten van de nieuwste Neeson-film liggen misschien op een ander vlak.
Far Cry 4 totally flew below my radar, so it was a pleasant Christmas surprise that it was released. I am a huge fan of sandbox games and I feel that scripted events in games belong to the late 90’s/early 00’s. Needless to say I had much fun with Far Cry 3. Lately I have very little time on my hands and play games only very rarely – but for sandbox games like these I cannot help but make an exception.
Before I got the game, I watched a review or two and they all criticized it for being little more than a copy of it’s predecessor. I doubt anyone can disagree with that. Although it has a new story, a new setting and a few new features like the grappling hook, a wingsuit and a lightweight-helicopter, everything else is exactly the same: outposts, radio towers, treasure hunting, the basic gameplay mechanics etc. But the gameplay is so good, Far Cry 3 was too short to do it justice. Far Cry 4 keeps the fun going. It’s all very familiar and therefore a little uninspired – it’s still a fun game. There are three major letdowns, however. All of them have little do to with the gameplay.